Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins [49]tevergeefs aan u gearbeid heb. 49. Dat is, zonder vrucht; dat al mijn arbeid en moeite, die ik aangewend heb om u tot Christus te bekeren, vruchteloos zou zijn, en hun doel niet bereiken, hetwelk is uwe zaligheid, die gij niet zult kunnen verkrijgen, zo gij door de wet zoudt willen gerechtvaardigd worden.